Potentieel voor zonne-energie op daken en parkeerplaatsen
In Nederland hebben we ongeveer 146.000 hectare aan dakoppervlak beschikbaar. Dit biedt een enorm potentieel voor zonne-energie. Van dit potentieel wordt nu maar een klein deel gebruikt. Waarom liggen er dan niet meer zonnepanelen op daken?
Zonnepanelen leggen op daken blijkt vaak veel lastiger dan het lijkt. Het dakoppervlak dat beschikbaar is voor zonnepanelen wordt al een stuk kleiner als we technisch onbruikbare daken niet meetellen. Dan blijft er nog zo’n 72.500 hectare over. Maar daarmee zijn we er nog niet. Er zijn nog allerlei andere problemen en belemmeringen die zonnepanelen in de weg zitten. Om inzicht te krijgen in deze belemmeringen zijn wij gevraagd door de RVO om ‘correctiefactoren’ te ontwikkelen.
Deze correctiefactoren kunnen worden gebruikt om een realistischere inschatting te maken van het potentieel voor zonne-energie op daken en parkeerplaatsen. Daarnaast geven ze inzicht in de belemmeringen, zodat we deze kunnen wegnemen.
Eerst wordt het technisch potentieel berekend in vierkante meters. Vervolgens bepalen we hoe de correctiefactoren dit technisch potentieel beïnvloeden, wat resulteert in het realistisch potentieel. Sommige correctiefactoren kunnen per pand worden berekend, zoals of een pand al zonnepanelen heeft. Andere correctiefactoren worden toegepast op alle objecten op basis van een gewogen gemiddelde, zoals dakramen en kleine obstakels, omdat deze niet individueel meetbaar zijn. Daarnaast zijn er correctiefactoren die losstaan van het pand, zoals netcongestie of aansluitingslimieten.
Er zijn veel correctiefactoren geïdentificeerd. Een deel hiervan betreft een realistischere berekening van de bruikbare (rest)ruimte op daken. Andere correctiefactoren zijn bijvoorbeeld constructieve beperkingen, asbest en het (volle) stroomnet. Voor de RES-regio’s, gemeenten en buurten in Nederland zijn de afzonderlijke factoren en hun effecten op het potentieel inzichtelijk gemaakt. Zo is per gemeente, buurt of RES-regio inzichtelijk welke factoren de grootste knelpunten vormen waarmee ze nieuw stimuleringsbeleid kunnen maken.
Als we alle correctiefactoren meenemen, houden we ongeveer 19.000 hectare aan zeer kansrijk dakoppervlak over. Het resterende dakoppervlak (ongeveer 53.500 hectare) wordt grotendeels belemmerd door netcongestie. Daarnaast is er nog veel oppervlakte te winnen op daken waar al zonnepanelen liggen. Daken met meer dan 4 m2 aan zonnepanelen zijn niet meegerekend in het ‘zeer kansrijk dakoppervlak’.